Dit artikel werd geschreven voor en gepubliceerd in het Nederlandse tijdschrift Piloot en Vliegtuig (april 2005).
Wanneer de kans zich bood om tijdens een zakenreis in Singapore even voor een weekend naar Kuala Lumpur over te wippen, twijfelde ik niet en belde mijn oude getrouwe vliegclub, the Royal Selangor Flying Club. Ik heractiveerde mijn lidmaatschap en reserveerde het vliegtuig waarmee ik heb leren vliegen.
Toen ik drie jaar geleden in Maleisië woonde en werkte, behaalde ik er mijn PPL(A) bij die club. Ik heb mijn Maleisisch brevet ondertussen in België en in de Verenigde Staten laten geldig maken om daar te kunnen blijven vliegen.
RSFC
The Royal Selangor Flying Club werd in 1930 opgericht door Engelse kolonisten. De club is op het militaire vliegveld Simpang (WMKF) gebaseerd, in het hartje van Kuala Lumpur. Vandaag opereert de club drie Cessna 172s, waarvan 9M-AVR mijn lievelingstoestel is. Als lid betaal je 265 ringgit per uur nat (ongeveer €52).
De club verzorgt voornamelijk PPL opleidingen. Een resident flight instructor, die in de gebouwen van de club woont, is 7 dagen op 7 voor training beschikbaar. Ongeveer de helft van de leerlingen is afkomstig uit het buitenland.
Training & C-of-T
Ik nam eerst nog een uurtje training met Major Chua, een veteraan vlieginstructeur van de club, die sinds jaar en dag CASA militaire vrachtvliegtuigen vliegt voor de Royal Malaysian Airforce. Die luchtmacht heeft trouwens een gezellig museum (‘Muzium TUDM’) op Simpang met ongeveer alle kisten die ooit in Maleisië vlogen. Je kan in bijna alle vliegtuigen kruipen, en de bewaking is er losjes.
Na de trainingsvlucht was ik klaar voor mijn ‘C-of-T’, Certificate-of-Test ofte vliegtest. Kolonel Razak, certified examiner, onderwierp me een uur lang aan stalls, steep turns en unusual attitudes, maar het leukst was toch de geslaagde practice-forced-landing die me op 200 voet boven een golfterrein bracht. Kol. Razak vroeg me “Would you make it?”. “Yes”. “OK, then go around now!”.
Ik was dus klaar voor mijn geplande vlucht de volgende dag naar Penang (WMKP) op twee uur vliegen van KL. Toen ik dit vertelde aan Kol. Razak, bracht hij me in contact met Izmir, de jongste instructeur van de club, die wel wilde meevliegen met mij. Zo had ik een gratis checkpilot, en kon Izmir de uren meeboeken op weg naar zijn droomjob bij de airliners. Tevens kon hij me uitchecken voor de nieuwe airstrips die ik onderweg wel eens wilde proeven.
Izmir onderhoudt ook de website van de club en ik had eerder met hem via hun forum gecommuniceerd om informatie te winnen over die airstrips.
Ik diende het verplichte vluchtplan in drievoud in bij de overste van Simpang’s luchtmachtbasis. Het enige wat nog niet in orde was, was het weer. Het was volop monsoon season, en er is bijna gegarandeerd een dagelijks onweer.
City Area
Ik werd de volgende dag wakker met een stralende zon. Maleisië kent zelden kruiswinden, bevroren carburators of slecht weer. Alleen de rook, verspreid door de Indonesische boeren die hun velden afbranden, of een tropisch onweer als vieruurtje, kunnen de vliegpret bederven. Daarenboven is Maleisië vrij goed georganiseerd voor GA met veel airstrips en vliegclubs op de grotere vliegvelden.
Even het weer checken op het internet (weather.noaa.gov) en mijn vermoeden werd bevestigd: het werd een prachtige vliegdag.
Izmir was om 8 uur van de partij, en hij had zijn vriend ‘Ti’ meegebracht, een kersverse PPL-er, afkomstig uit Zimbabwe. 9M-AVR werd gechecked, opgestart en getaxied terwijl de brandweer hun dagelijkse controletour van het vliegveld uitvoerden.
Simpang Tower riep op: “9M-AVR, right turn out, climb 1500ft, cleared for city area, call again when established, wind is light and variable, you are cleared for take-off runway 22”. Na drie minuten vliegen, zaten we ter hoogte van de hoogste tweelingtorens ter wereld: de Petronas Twin Towers. Het is opmerkelijk dat het nog altijd is toegestaan om rond die torens te vliegen!
Cruising noord
Na de obligate City Tour zetten we koers naar het noorden via VFR route 2. Eens buiten de vallei van Kuala Lumpur bevonden we ons in klasse G airspace, maar ook daar word je positief gevolgd door air traffic control. Elke stad die je passeert, moet je rapporteren: “Lumpur Information, this is 9M-AVR on 126.1, overhead Tanjung Malim at this time, 4500 ft, estimating Slim River at 08”. Al die reporting points moet je bovendien op je vluchtplan zetten, met de ETA erbij.
De enige in de handel verkrijgbare luchtkaarten van Maleisië zijn zeker meer als 15 jaar oud. Het zijn een stel ONC kaarten gemaakt door de Australische luchtmacht. De Maleisische militairen hebben echter recentere kaarten (van 1994), maar geven die niet vrij wegens onduidelijke militair-strategische redenen.
Vroeger had ik eens op een zondagnamiddag die oude kaarten gelamineerd en ingekleurd met de airspaces, hoogtes, frequenties en bakens uit de AIP, en dit kwam ook deze keer goed te pas.
Kuala Kangsar, het koninklijk stadje
Na Slim River vlogen we boven het stadje Bidor. Er is daar een korte grasstrip (WMAE) die part-time ook dienst doet als hole van een golfterrein. Lumpur Information zette ons over naar de veel relaxere Ipoh Tower controller (122.1). Vanuit Kampar vlogen we naar de Perak rivier, een statige kronkelende bruine stroom. We daalden naar 1000 voet (carb heat hot uit gewoonte, mixture rich) en volgden de rivier stroomopwaarts. We openden de raampjes, hertrimden en maakten ons klaar voor een foto shoot van Maleisië’s mooiste stadje: Kuala Kangsar.
De sultan van de staat Perak verblijft in Kuala Kangsar. Zijn voorouders bouwden een houten paleis langs de rivier. De huidige sultan bouwde er een kolossaal paleis naast. Eventjes verder staat een schitterend moskeetje uit Italiaans marmer met fijne minaretten en een blinkende koperen koepel. Na de controle aan Izmir te hebben over gegeven, probeerde ik de monumenten op één foto te vatten, met de Perak rivier als bruine draad.
Taiping, het oudste vliegveld
We verlieten Kuala Kangsar via een bergpas: aan beide zijden van onze Cessna torenden eeuwenoude hardhouten reuzen boven ons uit. Aan de andere kant van de pas kwam Taiping (WMBI) airfield in zicht, en ik bereidde het vliegtuig voor op een touch-and-go op het grint van runway 18 van het oudste vliegveld van het land. Runway 36 is gevaarlijker omdat er een publieke weg over de threshold loopt.
Na de T&G werden we overgezet naar Butterworth Approach op 125.8. Op het militaire veld van Butterworth (WMKB) zijn de Royal Malaysian Airforce’s F/A 18 Hornets gestationeerd (callsign ‘Gif’ in het Maleisisch). Butterworth verzorgt tevens de approach control voor Penang.
Boven de rijstvelden van Kedah beluisterden we information Echo van Penang ATIS op 126.4 en Butterworth Approach riep op: “AVR, cleared for the visual approach runway 04, track for right base and contact Penang Tower on 121.1”. Nu nog het water over naar dit prachtige eiland.
Penang, Parel van het Oosten
Het eiland Penang is een ethnische cocktail, waarin vooral Chinezen de hoofdsmaak vormen. Hoewel het zeer toeristisch is, blijft Penang verrassend authentiek.
We hoopten stiekem op wat jet traffic, maar het was stil op de frequenties. Het bleek later dat dit stilte voor de storm was.
Na de landing op runway 04 taxieden we naar de verlaten GA apron. Na wat wachten tankten we als voorzorg 73 liter AVGAS aan 3.25 ringgit per liter (ongeveer €0.64/l). Ik werd dit bedrag later door de club gecrediteerd.
In de terminal aten we de spreekwoordelijke 1000 ringgit curry puff, en waanden we ons eventjes airline piloten toen we langs de ‘Crew’ uitgang terug naar de GA apron werden geloodsd. We belden nog vlug naar de plantage op Pantai Remis voor toestemming te vragen om op hun airstrip te landen.
Pan-Pan
Om weinig tijd te verliezen stegen we op vanaf intersection B van runway 04, en in geen tijd zaten we terug in de lucht. Opeens melde zich een Australisch klinkende piloot op onze frequentie: “Butterworth Approach, Sri-Lion 12, request your airfield information, we declared a Pan-Pan, we are 14 miles out and wish to land immediately”. “Sri-Lion 12, we have runway 18 in use, QNH 1011, please state nature of your urgency”. ”Butterworth Approach, we had a flame out in our left nr.1 engine”. ”Sri-Lion 12, cleared for visual approach runway 18, call again when airfield in sight”. Alles werd heel professioneel afgehandeld, al zat er toch wat schrik in de stem van de Australische piloot.
Pantai Remis, de mooiste airstrip
Butterworth Approach zette ons terug naar Ipoh Tower, en zo weten we niet wat er van de Sri Lion 12 vlucht is geworden. We trackten verder pal zuid naar de mooiste airstrip van het land. Ondertussen begonnen zich gigantische CB wolkenformaties te vormen boven 5000 voet. Later die dag is al dat vocht op 20 minuten tijd naar beneden gekomen: monsoon season dus.
Pantai Remis airstrip (geen ICAO code) hoort bij het hoofdkwartier van United Plantations, één van de grootste palmolie plantages in het land. De plantage wordt gerund door een stel Denen die met een Cessna 206 en een koloniale flair hun plantages overzien. Enkele jaren geleden heb ik ze daar ontmoet toen ze er met hun 206 landden om even erna opnieuw te vertrekken om ‘nog wat grond te gaan kopen’. Tja, het is slechts aan enkelen gegeven… Ze hebben ook nog airstrips in Jenderata en Ulu Bernam.
De gras airstrip ligt letterlijk midden in de plantage, met oliepalmen zover het oog reikt. Ik heb daar jaren terug leren short field landen: laag en traag aanvliegen met 40° flaps en veel power. Eens de laatste palmboom op de threshold van 18 gepasseerd, gas volledig terug, je laten vallen in een kussen van grondeffect, en zacht maar zeker op de grond.
Eens de motor afgezet komt de serene sfeer van de plantage je tegemoet. Treintjes met palmolienoten rijden af en aan langs de airstrip en donkere Indiërs op brommertjes rijden over de weg die de runway aan één zijde dwarst. Over de plantage torent een pseudo controle toren waar geen air traffic controller ooit heeft gewerkt.
We schrokken toch even, want twee norse mannen van de lokale ‘Polis’ (politie) kwamen ons tegemoet. Gelukkig legde Izmir hen in het Maleisisch uit dat we toestemming hadden verkregen om er te landen.
Na een short field take-off zetten we koers naar Pangkor: op 15 minuten tijd opnieuw een totaal andere wereld tegemoet.
Pangkor, tropeneiland
Pangkor, eveneens gelegen in de Straat van Melaka, is het cliché eiland in de tropen: schitterende baaien met fijne zandstranden, geflankeerd door overhellende palmen met rijpe kokosnoten die op gepaste tijd naar beneden komen. Toeristen worden per boot en per vliegtuig aangevoerd. Berjaya Air (IATA ‘J8’) vliegt dagelijkse meerdere malen op Pangkor met DeHavilland Dash 7 viermoterige STOL bakken. Ze vliegen daarmee ook op Tioman eiland (WMBT) en recentelijk op de gloednieuwe airstrip van Redang eiland (WMPR) aan de oostkust van het Maleisisch schiereiland.
Pangkor Airport (WMPA) heeft een verharde éénrichtingsbaan. Je landt vanuit de zee op de naar boven hellende baan 22, meestal met rugwind. Je stijgt op van de 04, naar beneden met kopwind: in geen tijd hang je weer boven de Straat van Melaka.
Na een korte sanitaire stop, stegen we weer op en maakten we een linkerbocht om de marinebasis van Lumut ter vermijden, en vlogen op 500 voet boven het strand van het Pan Pacific resort.
Check out this small movie on landing in Pangkor:
Jenderata check-out
We staken de zee opnieuw over, en volgden de kronkels van een voor mij onbekende rivier naar de airstrip van Jenderata (WMAJ). Jenderata is voor de gevorderde bush piloot. Er loopt een zandweg in het midden van de graspiste (21/03). Die weg vormt een bult die langs beide kanten afloopt naar dwarse afwatersloten die 3 meter links en 3 meter rechts beginnen. De sloten zijn niet goed zichtbaar … De truc is dus van recht op de weg te landen en wanneer je naar links of rechts van de bult afglijdt, onmiddellijk te corrigeren met rudder. Als je in de sloten geraakt, heb je een zwaar probleem. Gelukkig kon Izmir me dit allemaal briefen.
Het was wel schrikken om te voelen dat ik naar links van de weg afgleed wanneer de wielen de grond raakten. Een harde stamp op de rechter rudder corrigeerde dit, dan vol gas en flaps up: ik was gecleared voor Jenderata… Toch even nadenken of ik daar ooit nog wil landen …
Terug naar KL
We keerden terug naar Simpang over de tijdelijk gesloten airstrip van Ulu Bernam (WMBF). We vlogen op 3500 voet boven ongerepte jungle, en daalden tot 1500 voet om in Kuala Selangor de VFR corridor 1 in te duiken. Die bracht ons met de neus in de richting van de Petronas Twin Towers. Dan nog enkel Simpang Tower contacteren op de vertrouwde 126.5, en landen op runway 22 met de torens in de rug.
Eens terug in de club kaartten we uitgebreid na over de vlucht, de pan-pan call en landen op Jenderata met de andere instructeurs en hun studenten, die met grote oren luisterden.
De zeven vlieguren met training en check-out hebben me ongeveer €400 gekost: Malaysia Boleh!